Dit was mijn eerste kennismaking met de wereld van scenografie. Een ontdekkingsreis om met beelden en objecten te werken op een podium. Wat vertel je wel en wat vertel je niet aan je publiek. Mag het verwarrend zijn of moet alles gelijk duidelijk zijn. En hoe bewegen spelers zich door het decor heen, hoe gaan zij er mee om. Hersenschimmen (van J. Bernlef) gaat over Maarten die lijdt aan dementie. Hij verliest langzaam maar zeker zijn greep op de werkelijkheid. Hij kan heden en verleden niet meer onderscheiden, wil plotseling weer naar zijn werk, terwijl hij al gepensioneerd is en ziet zijn vrouw voor een vreemde aan. Ik heb dit verhaal vertaald in een decor dat als een kijkdoos de objecten uit zijn heden en verleden liet zien. Tijdens de voorstelling verdwenen de objecten één voor één zodat uiteindelijk een lege ruimte achterbleef. De achtergrond van dit decor bestond uit een knipkunstwerk dat was opgebouwd uit de foto's uit Maarten's foto-album.